HET PLAN
WAT VOORAFGING
Het leven zoals het is
Al vijftig jaar bouwt de Vlaamse pater Albert Bolle letterlijk en figuurlijk aan een betere wereld voor zijn Tanzaniaanse dorpsgenoten. En al vijftig jaar sukkelt hij week na week met autopech. Dat dit uren en soms dagen wacht- en reparatieplezier met zich meebrengt, mocht menig bezoeker van pater Bolle al ondervinden. Met een gemiddelde van één platte band per week, baant Bolle zich een weg door het Tanzaniaanse land.
Tijdens het laatste bezoek van enkele kernleden van vzw Bollé Bollé was het alweer stevig prijs. Kapotte ventilator, waterpomp, achterbumper, dimlichten, stuurinrichting, achterdeur: geen onderdeel aan Bolle's wagen doet nog wat het hoort te doen. Tijd dus om daar verandering in te brengen, zo dacht Bram Rumbaut, die in februari 2010 zelf zowat anderhalve dag langs de kant stond met pater Bolle's auto en uiteindelijk 480km van de missiepost gedepanneerd moest worden door de auto van 'de zusterkes'.
Ook de terugrit van de missiepost naar de luchthaven van Arusha (zo'n 500km verder) verliep met de nodige autopech. Resultaat: een rit van 15uur waarvan het overgrote deel aan een gemiddelde snelheid van 10 à 15 km/u. En dat terwijl de heenrit met de goede Toyota Landcruiser BJ75 van 'de zusterkes' hooguit 8 uur had geduurd...
Na vijftig jaar autopech: op zoek naar een nieuwe auto voor pater Bolle.
Terug thuis besloot Bram dan ook om op zoek te gaan naar een beter alternatief. Grofweg zijn er maar twee type auto's die de vele gravelroads en zandwegen van Tanzania kunnen doorstaan: de Toyota Landcruiser BJ70 series en de Landrover Defender 110 reeks. Beide auto's hebben een lange wielbasis (waardoor ze beter bestand zijn tegen het rijden in putten), zijn ze zowat 100% mechanisch (en maken dus geen gebruik van moeilijk te repareren elektronica) en vooral: ze hebben een ijzersterke reputatie op vlak van off-road terreinrijden. Bovendien zijn dit de enige wagens waarvoor zowat over het hele Afrikaanse continent wisselstukken te verkrijgen zijn.
Enige probleem van deze auto's: ze zijn zó onverwoestbaar, dat zelfs een tweedehands model van 15 jaar oud nog stukken van mensen kost. Hier in Europa kost een dergelijke tweedehands Landcruiser of Defender al gauw tussen de 10.000 en de 15.000 euro. En na wat opzoekingswerk, bleken dezelfde wagens in Oost-Afrika zelfs nóg duurder. Probleem is dat alle Oost-Afrikaanse (tweedehands)wagens het continent per schip moeten bereiken en bovendien onderworpen zijn aan hoge importtaksen. Al snel bleek het dus geen optie om ter plaatse een Landcruiser of Defender aan te schaffen.
Wie zoekt, die vindt
Op zoek naar een betaalbare oplossing, contacteerde Bram een oud-docent van hem: Jos Delbroek. Jos, die de projecten van Bollé Bollé vzw en zijn oud-student al sinds het begin met veel interesse volgt, had immers zelf een Landrover Defender. Bovendien had hij Bram eind 2009 uitgenodigd om voor zijn studenten een lezing te geven over het bouwproject van Bollé Bollé en had hij toen laten vallen dat hij van plan was om zijn Defender van de hand te doen. Rekening houdend met de huidige dieselprijzen en vooral het nodige gevoel voor ecologie, wordt het voor een doorsnee gebruiker immers stilaan onverantwoord om met een dergelijke auto rond te rijden in België, waar de wegen er - naar Afrikaanse normen - wel héél goed bij liggen.
Pater Bolle zou beweren dat de 'Voorzienigheid' er voor iets tussenzit, want nog geen halve dag later kreeg Bram al antwoord van Jos Delbroek. Hij had reeds een nieuwe, ecologische auto besteld en hij was bereid om zijn Defender tegen zwaar verminderde prijs aan Bollé Bollé te verkopen op voorwaarde dat we de wagen naar ons project in Tanzania zouden brengen.
Één Algemene Vergadering van Bollé Bollé later, gaf het bestuur zijn goedkeuring, was er een enthousiaste co-piloot gevonden en kon de voorbereiding beginnen. Africa, here we come!
DE ROUTE
Alle wegen leiden naar Rome
Alle wegen leiden naar Rome, de wegen naar Igunga daarentegen...zijn heel wat beperkter. Er zijn grofweg gesproken twee opties om het Afrikaanse continent van Noord naar Zuid te doorkruisen: ofwel van via de Westkust, ofwel via de Oostkust. De route via de Westkust, heeft het voordeel dat de meeste landen relatief toegankelijk zijn. Probleem is echter dat Tanzania aan de Oostkust ligt. Wie naar Tanzania wil rijden en langs de Westkust reist, moet dus altijd dwars door het hart van Afrika om Tanzania te kunnen bereiken. En vermits net daar een aantal landen liggen die omwille van onveiligheid absoluut te vermijden zijn (Tsjaad, de Centraal Afrikaanse Republiek, en (het Oosten van) Congo), blijft er voor ons eigenlijk maar één route over: de Oostelijke.
België - Egypte
De Oostelijke route start in Egypte. Om vanuit België per auto in Egypte te geraken, zijn er twee opties: via Italië of via Turkije. In het eerste geval doet de route volgende landen aan: België > Luxemburg > Frankrijk > Zwitserland > Italië > Tunesië > Libië > Egypte. Omdat het in Libië verplicht is om met een (relatief dure) gids te rijden, werd uiteindelijk echter besloten om de optie via Turkije te nemen.
Op die manier hoeven we geen ferry tussen Sicilië en Tunesië te betalen, en ook alle andere onkosten (dieselprijs, afstand, tijdelijke verzekering(en), visumkosten) bleken uiteindelijk lager te liggen via een rit naar Turkije. Om Egypte te bereiken, zullen we dus volgende landen doorkruisen: België > Luxemburg > Duitsland > Oostenrijk > Hongarije > Servië > Bulgarije > Turkije > Syrië > Jordanië > Egypte.
Egypte - Tanzania
Vanuit Egypte loopt de route verder via Soedan > Ethiopië > Kenia > Tanzania. Tot zover het plan. Want aangezien niets in Afrika voorspelbaar is, zou het kunnen dat we onze route onderweg nog moeten aanpassen. De actuele route zal tijdens de reis aangevuld worden en is terug te vinden onder De uitvoering > Onderweg.
DE AUTO
Landrover Defender: de auto die nooit sterft.
De auto die we naar pater Bolle brengen is een Landrover Defender 110. Over de Landrover Defenders is al véél gezegd en geschreven, maar over één ding is zeker: het is een auto die misschien wel eens ziek durft zijn, maar nooit sterft. Van alle Landrover Defenders (en zijn voorloper, de Landrover Series I, II en III) die sinds 1948 geproduceerd werden, rijden er tot op de dag van vandaag naar schatting nog 75% rond.
Hieronder wat extra specificaties van het voertuig:
Land Rover Defender 110 Hard Top 300 TDi
Bouwjaar: juli 1998
Motor: 2495 cc turbo diesel, 111pk, 83kW
Kilometerstand 340.000km
Aankoopprijs: 5.000 euro
Uit het pre-electronica-tijdperk
Voordeel van deze auto is dat hij nog afkomstig is uit het pre-electronica-tijdperk (in tegenstelling tot de modellen die vanaf het najaar van 1998 werden uitgerust met een electronisch gestuurde TD5-motor). Zowat alles aan de TDi-motor van bovenstaande wagen kan dus mechanisch hersteld worden, hetgeen essentieel is voor het gebruik van een 4x4 in afgelegen gebieden zoals Igunga. De dichtstbijzijnde stad met een Landrover of Toyota-garage ligt immers zowat 500km en minimum 8 uur rijden verder.
Hoe langer, hoe beter
Daarnaast heeft onze Landrover nog heel wat voordelen. Zo is de lange wielbasis van onze 110 een absolute must voor de Afrikaanse wegen die vaak uit meer putten bestaat dan weg. Door deze lange wielbasis worden de schokken immers beter opgevangen, hetgeen reizen zowel voor de auto als voor de passagiers een pak aangenamer maakt. Uiteraard betekent een langere wielbasis ook een grotere laadruimte. En laat dat nu net hetgeen zijn wat voor pater Bolle allicht het belangrijkste is aan zijn auto: de laadruimte...
Er was eens een dorp. Zonder auto.
In het dorp waar Bolle woont, is het aantal auto’s bij wijze van spreken op één hand te tellen. De meeste mensen moeten het dus doen met een gewone stootkar of, als ze iets rijker zijn, met een kar en 4 koeien. Vanzelfsprekend heeft een auto oneindig veel voordelen ten opzichte van kar met 4 koeien, ook al heeft een auto in Afrika in essentie dezelfde functie. Bolle zijn jeep kan daarom misschien best nog gezien worden als een trekpaard. Van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat is hij bezig met vanalles en nog wat rond te brengen in het dorp: zakken cement, werkgerief, houten balken, regengoten, ramen, deuren, schoolbanken, zakken van 50kg rijst, mais of bonen voor de scholen, drinkwater, enzovoort... Maar evengoed gebruikt Bolle zijn jeep om schoolboeken of medicatie voor zijn leerlingen te gaan kopen 'in de stad' (lees: zo’n 4 uur rijden over slechte gravelroads).
Ook heel wat andere dingen zijn alleen in deze stad beschikbaar (bijvoorbeeld degelijk werkgerief, waterpompen, tapkranen, wisselstukken voor de generator, alles wat te maken heeft met elektriciteit, ...). Een goede auto is dus niet alleen een enorme tijdswinst, het maakt bovendien soms het verschil tussen leven en dood. Pater Bolle bracht al tientallen zieke dorpsgenoten naar het daghospitaal of ziekenhuis, respectievelijk 12 en 160km verder.
Kilometerstand
Dat onze Landrover al 340.000km op zijn teller heeft staan, lijkt waarschijnlijk veel, maar mits een goed onderhoud, moet een Landrover Defender gemakkelijk meer dan 500.000km kunnen rijden. Zeker omdat onze Defender is uitgerust met een 300TDi-motor, waarschijnlijk de beste motor die Landrover ooit op de markt heeft gebracht.
Bovendien is onze Landrover altijd goed verzorgd geweest door de vorige (en enige) eigenaar en heeft hij zo goed als alleen over asfaltwegen gereden. De wagen en dito motor heeft dus nog nagenoeg niet afgezien.
Tanzaniaanse nummerplaat
Na onze aankomst in Igunga, zal de wagen geïmporteerd en ingeschreven worden in Tanzania. Aangezien de auto niet verkocht maar wel geschonken wordt aan pater Bolle en zijn missiepost (verbonden aan het Bisdom van Tabora, Tanzania), dienen we op deze import-procedure normaal gezien geen importtaksen te betalen. Caritas International, die heel wat ervaring heeft met het importeren van voertuigen voor paters in Afrika, bezorgde ons de nodige documenten om de wagen tax-free te importeren.